Mijn kindertjes, deze dingen schrijf ik jullie, dat jullie niet zondigen. En als iemand zondigt, hebben wij een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige. 1 Johannes 2:1

Hoe zorgvuldig is de Heer Jezus om een ziel geen gelegenheid te geven om te wanhopen. Hoe Hij de ziel afschermt van Satans felle aanvallen. Als we door de vele verleidingen verrast worden of tot zonde verleid worden, keert Hij zich niet van ons af en laat ons niet verloren gaan. Nee, nee, dat is niet onze Verlosser. Hij werd op alle punten verleid, net als wij; en omdat Hij verleid is, weet Hij hoe Hij degenen die verleid worden te hulp moet komen. Onze gekruisigde Heer pleit voor ons in de aanwezigheid van de Vader bij de troon van genade. Op Zijn verzoenend offer mogen wij pleiten voor onze vergeving, onze rechtvaardiging en onze heiliging. Het geslachte Lam is onze enige hoop. Ons geloof kijkt naar Hem op, grijpt Hem aan als Degene die tot het uiterste kan redden, en de geur van het algenoegzame offer wordt aanvaard door de Vader. SDA Bijbelcommentaar 7:948

Als u faalt en tot zonde wordt verraden, denk dan niet dat u niet kunt bidden… maar zoek de Heer ernstiger. Brief 6, 1893

Het bloed van Jezus pleit met kracht en werkzaamheid voor degenen die teruggevallen zijn, voor degenen die opstandig zijn, voor degenen die zondigen tegen groot licht en liefde. Satan staat aan onze rechterhand om ons te beschuldigen, en onze Advocaat staat aan Gods rechterhand om voor ons te pleiten. Hij heeft nog nooit een zaak verloren die aan Hem was toevertrouwd. Wij mogen op onze Advocaat vertrouwen; want Hij bepleit Zijn eigen verdiensten ten behoeve van ons…. Hij pleit voor de meest nederigen, de meest onderdrukten en lijdenden, voor de meest beproefde en verleide mensen. Met opgeheven handen smeekt Hij: “Ik heb u in Mijn handpalmen gegraveerd.” Jesaja 49:16. SDA Bijbelcommentaar 7:948

Ik zou graag de blijde toon laten klinken tot aan de verste grenzen van de aarde. “En als iemand zondigt, hebben wij een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige.” O, kostbare verlossing! Hoe breed is deze grote waarheid: dat God, ter wille van Christus, ons vergeeft op het moment dat we het Hem in levend geloof vragen, in het geloof dat Hij daartoe volledig in staat is! The Review and Herald, 21 september 1886

Uit Our High Calling – pagina 49